De liefste oma – Esther Terlouw
Nog voordat ik geboren was, hield je al van mij,
mijn lieve, lieve oma.
Toen ik geboren was, kwam jij als eerste langs,
mijn lieve, trotse oma.
Zoveel kleertjes heb ik van jou gekregen,
mijn lieve, gulle oma.
Toen mama weer ging werken, heb jij op mij gepast,
mijn lieve, oppas-oma.
Toen mama geopereerd was, zorgde je voor ons,
mijn lieve, zorgzame oma.
Ik kwam altijd zo graag bij jou,
mijn lieve, gezellige oma.
Samen boekjes lezen en samen kroelen,
mijn lieve, vertrouwde oma.
Samen wandelen en boodschapjes doen,
mijn lieve, actieve oma.
Ook toen je ziek werd, was je nog steeds
mijn lieve, lieve oma.
Ik speelde bij jou op het bed, dat mocht gewoon
mijn lieve, geduldige oma.
Ik mocht lekker bij je liggen,
mijn warme, liefdevolle oma.
Je deelde altijd je koekje met mij,
mijn lieve, verwennende oma.
Tot op het laatst gaf je mij aandacht,
mijn lieve, geweldige oma.
Maar toch moest ik afscheid van je nemen,
mijn lieve, fantastische oma.
Nog één keer streelde je mijn gezicht,
mijn lieve, dierbare oma.
Dat was het laatste contact met jou,
mijn lieve, bijzondere oma.
Nu ben je er niet meer,
mijn lieve, lieve oma.